Osamu Tezuka's Boeddha wiki
Advertisement

Het lijden komt via de waarneming. Het zintuig van de reuk, de smaak, de aanraking, het gezicht en het gehoor. De remedie tegen een dergelijk lijden is achtvoudig, namelijk: op de juist manier kijken, denken, spreken, werken, bidden en leven, zich op de juiste manier inspannen en op het rechte pad blijven --Boeddha.

894-Buddha-and-Manga

Boeddha (geboren als Siddharta) is de hoofdrolspeler van van Boeddha manga van Osamu Tezuka. Boeddha is de oprichter van het Boeddhisme, wat tegenwoordig de grootste niet-godsdienstige religieuze levensbeschouwing is. Vanaf het moment dat Boeddha verlichting had berijkt, wijdde hij de rest van zijn leven om mensen te helpen en te onderwijzen hoe ze moesten leven. Volgens Ananda zijn de de belangrijkste leerstellingen van Boeddha de oorzaken van het lijden te onderwijzen en de manieren om aan het lijden een eind te maken. Toen Boeddha stierf verscheen Brahma in een droom die hem meenam naar het Nirvana.

Biografie[]

[[Kapilavastoe (album)|Kapilavastoe
15

Siddharta wordt geboren

]]
[]

In het eerste album wordt Siddharta geboren. Door veel eigenaardige gebeurtennissen die aan zijn geboorte vooraf gingen heeft zijn vader Soeddhodana al de indruk dat zijn een zeer uniek kind krijgt. Dit gevoel wordt nog eens bevestigd als de bramaanse leider Asita voorspelt dat Siddharta de machtigste en wijste mens van de wereld zal worden.

Vier ontmoetingen[]

In het tweede album is Siddharta 10 tot 16 jaar oud en hij komt vrij ziekelijk over. Hij moet vaak overgeven, tobt steeds over het idee om te sterven en het leven als prins zijnde bevalt hem niet. Een eigenaardige Brahmaan en fakir, die later Brahma blijkt te zijn, vertelt Siddharta dat hij later iedereen zal onderwijzen hoe te moeten leven. Wanneer Siddharta ouder wordt, krijgt hij steeds meer genoeg van het paleis leven. Tatta helpt hem ontsnappen en neemt hem mee om de harde wereld buiten het paleis te laten zien. Onderweg ontmoeten ze een bandiete die Migaila heet en het lijkt goed te klikken tussen Siddharta en haar. Tijdens de reis ziet Siddharta een Shoedra vrouw sterven van uitdroging, wat hem zo schokt dat hij weer naar huis wil. Soeddhodana koppelt Siddharta aan zijn nicht Yashodara, zodat Siddharta niet nog een keer het paleis verlaat. Siddharta wil niet zoma

0

Siddharta verlaat zijn huis

ar met haar trouwen, hij wil haar eerst winnen door een bruidstoernooi, zoals dat bij andere prinsen ook gaat. Siddharta wint uiteindelijk, maar zijn hart behoort nog steeds toe aan Migaila, die is verblind en verbannen, omdat ze het toernooi had verstoord. Na de bruiloft gaat Siddharta Migaila zoeken, maar hij ontmoet alleen koning Prasenajit van Kosala die Kapilavastoe wil vernietigen, tenzij hij een edelvrouwe van de Sakiya's krijgt als koningin. Ook ontmoet hij Brahma weer, die hem vertelt dat hij de wereld alleen kan redden door monnik te worden. Siddharta gaat terug naar het paleis en begint te mediteren op een dak. Niemand lukt het om hem er af te halen en Yashodara is ten einde raad. Ze geeft zelf haar vijand Bandaka een kans om te helpen. Bandaka haalt er een paar asceten bij die hem overtuigen verder te trainen in het woud van Oeroevela. Siddharta blijft echter nog even, omdat hij Yashodara moet redden uit de klauwen van Bandaka. Daarna vertelt Soeddhodana dat hij zal afstand nemen van de troon als Yashodara bevalt van haar en Siddharta's kind, welke spoedig zal moeten komen. Als het kind is geboren, verlaat Siddharta zijn geboortestad voorgoed (althans voorlopig) om monnik te worden. Hij scheert zich en trekt de wijde wereld in.

Devadatta[]

In het derde album trekt Siddharta op met Dhepa die hem probeert te overtuigen ombeproevingen te ondergaan. Siddharta vind dit echter nutteloos, maar probeert het toch. Ze worden steeds achtervolgd door een jongetje dat Assaji heet, dat ook monnik wil worden. Eerst voelen Siddharta en Dhepa er niks voor om hem mee te nemen, maar als hij ernstig ziek wordt, krijgt Siddharta medelijden met hem. Ze genezen Assaji in de stad Pandawa, waar de bazin Vishaka verliefd wordt en hem scheidt van Dhepa en Assaji.

Budda

Siddharta als monnik

Siddharta wil onmiddellijk vertrekken, maar hij wordt lastig gevallen door Tatta en Migaila, die intussen een roversbende hebben gevormd. Ze plunderen en branden de stad plat en ontvoeren Siddharta en Vishaka. Later legt Tatta uit dat hij zijn bandieten leven zal opgeven en Vishaka vrij zal laten als Siddharta belooft terug te keren naar huis, zodat hij oorlog kan voeren tegen Kosala en zodat Tatta zich eindelijk kan wreken. Ze maken een deal dat Siddharta over tien jaar terugkeert naar huis. Tatta maakt zijn belofte waar en zijn bende gaat uit elkaar. Aan het eind van het derde album ontmoet Siddharta Bimbisara, de koning van Maghada. Ze worden vrienden en Bimbisara zegt dat hij de naam Boeddha goed bij Siddharta vindt passen.

Het woud van Oeroevela[]

In het vierde album is Siddharta meer dan ooit op zoek naar wijsheid. Hij laat zich door Dhepa overtuigen om in Oeroevela, het woud er beproevingen beproevingen te ondergaan. Hij vertrekt samen met Dhepa en Assaji. In het woud oefent Siddharta door zijn adem lang in te houden en door maar liefst twee maanden te vasten. Siddharta wordt echter niets wijzer. Hierdoor

Vasten

Siddharta na 2 maanden vasten

ontstaat er een kloof in de vriendschap tussen hem en Dhepa, vooral omdat Siddharta zich laat verzorgen door een meisje (Soejata) dat hem melkpap geeft. Siddharta's vriendschap met Tatta wordt weer beter, omdat Siddharta het voor hem opneemt tegen discriminerende burgers en vooral omdat hij Migaila redt van een gevaarlijke ziekte. Tatta zet zijn wraak plan zelfs aan de kant en vraagt aan Siddharta of hij later zijn volgeling mag worden. Dhepa is minder tevreden over de manier waarop Migaila is gered. Hij wordt zo boos op Siddharta dat hij hem levend begraaft. Siddharta wordt bevrijd door Assaji en Siddharta besluit voortaan met hem op te trekken. Na een paar weken wordt Assaji door wolven opgegeten en Siddharta is er kapot van. Hij ondergaat de ergste vormen van zelf marteling, tot hij ontdekt dat de andere asceten een burgeroorlog hebben ontketend. Hij stopt voorgoed met asceet zijn. Soejata is verheugd dit te horen, omdat ze met hem wilt trouwen. Siddharta wijst haar af, omdat hij verder moet zoeken naar de weg naar het eeuwige leven. Later wordt Soejata gebeten door een slang en ze is stervende. Siddharta brengt zijn ziel in haar lichaam om haar ziel terug te halen. Hij komt bij een soort levende bal terecht, waar allemaal geesten omheen zweven. Hier ontmoet Siddharta Brahma, die hem uitlegt dat de bal het universum is, waar het leven zich van afscheidt. Siddharta realiseert zich dat al het leven met elkaar in verbinding staat. Hij neemt een geest mee, wordt wakker en Soejata komt weer tot leven. Siddharta laat onder een Bodhiboom zitten om zijn belevenissen te verwerken en hij vindt innerlijke rust. Hij wordt echter spoedig gestoord door Dhepa die hem mededeelt dat Kosala Kapilavastoe is binnengevallen en dat Siddharta's familie gevangen is genomen. Viroedhaka is er namelijk achter gekomen dat zijn moeder oorspronkelijk geen edelvrouw was maar een slavin, en nu is hij uit op wraak. Siddharta raakt verscheurd door tweestrijd. Hij wil zijn land graag redden, maar hij vindt dat hij de inzichten nog niet beschikt om dat te doen. Wat later ontmoet Siddharta Yatala die hem vraagt waarom hij ongelukkig moet zijn. Siddharta antwoordt dat iedereen wel eens ongelukkig is, maar dat iedereen een essentiële rol speelt in het levensnetwerk. Yatala zet zijn verdriet aan de kant en besluit als Siddharta zover is zijn leerling te worden uit dankbaarheid. Net wanneer Yatala vertrekt verschijnt Brahma bij Siddharta die hem mededeelt dat hij de staat van verlichting heeft bereikt. Hij geeft Siddharta een derde oog als teken van heiligheid, zegt hem dat hij mensen moet leren hoe ze moeten leven en dat hij voortaan de naam Boeddha draagt.

Het hertenpark[]

|

Buddha2

Siddharta is Boeddha beworden

In het vijfde album ontmoet Boeddha voor het eerst Devadatta, die duidelijk een andere levensvisie heeft dan Boeddha. Wanneer Boeddha echter op miraculeuze wijze de stem van een vergiftigde Migaila terughaalt, besluit Devadatta de rest van zijn leven te wijden aan het oprichten van een organisatie voor volgelingen van Boeddha.

Op een avond tijdens een hoosbui, wordt Boeddha gered door een hert van verdrinking. Samen met het hert gaat Boeddha op zoek naar mensen om te onderwijzen. Ze ontmoeten Dhepa en een paar andere asceten die hem bespotten. Boeddha besluit tot Dhepa's ergernis herten te onderwijzen. Het hert dat Boeddha had gered vertaalt zijn woorden. Boeddha vertelt een verhaal over een rund dat mens werd en vervolgens al zijn menselijke lichaamsdelen weggaf aan mensen en dieren die dat beter konden gebruiken dan hij. Ook de asceten raken geroerd door Boeddha's preken. Na een incident waarin Boeddha een hertenjong redt uit een mierennest, wordt hij door Dhepa bijna zelf opgegeten. De asceten en de herten redden Boeddha. Dhepa verlaat de andere asceten die niet langer asceten zijn en hij wordt neergeschoten door Kosalaanse soldaten, die Maghada aanvallen. In de strijd is ook Viroedhaka aanwezig die voor het eerst Boeddha ontmoet. Viroedhaka vindt Boeddha een brutale bedrieger, en (dus) besluit hij hem te doden. De herten redden Boeddha echter en Viroedhaka vlucht. Boeddha vindt een bijna dode Dhepa en hij besluit hem te redden door middel van bloedtransfusie. Viroedhaka beveelt Boeddha om op te staan, maar Boeddha weigert, omdat anders Dhepa sterf. Net als Viroedhaka de genadeslag uit wil delen, wordt Boeddha gered door Tatta, die zich wil wreken door Viroedhaka te doden. Boeddha laat dit echter niet toe en Tatta trekt zich terug, gevolgd door een uit het veld geslagen Viroedhaka. Meteen daarna blijkt de bloedtransfusie te werken en Dhepa komt weer tot leven.

Ananda[]

In het zesde album trekt Boeddha met Dhepa en de andere voormalige asceten door Maghada. Ze ontmoeten Lata die via gebaren Boeddha vertelt dat de ziel van haar verloofde (Ananda) is vergiftigd door de slangendemon Mara. Boeddha komt aan bij de tempel van Oeroevela Kassapa waarin Ananda halfdood ligt door zuurstof tekort. Boeddha verdrijft Mara die hem probeert te vernietigen en Boeddha redt Ananda op dezelfde manier als hoe hij Soejata had gered. Ananda sluit zich bij Boeddha aan, en als Oeroevela, na een paar krachtmetingen en nadat hij overtuigd is van Boeddha's wijsheid. Oeroevela's volgelingen worden ook volgeling van Boeddha. Wanneer Lata wordt aangevallen door een groep krokodillen, lijdt Boeddha de krokodillen weg en onderwijst ze. Hij wordt echter door Ahimsa overvallen, vastgebonden en mishandeld. Boeddha laat zich echter niet intimideren en Ahimsa begint te kermen van innerlijke pijn. Boeddha zegt dat Ahimsa moet stoppen met lijden en dat hij herboren moet worden. Ahimsa geeft niet toe en vlucht. Boeddha wordt door Ananda bevrijd en Boeddha gaat op zoek naar een boot om terug te keren naar de andere volgelingen. In deze zoektocht ontmoet Boeddha Oeroevela's jongere broers, Nadi en Gaya. Zij zijn knorrig, omdat hun broer zijn oude sekte heeft verlaten. Ze willen Boed

Buddha-2

Boeddha preekt over begeertes

dha's wijsheid testen door hem een onvoorbereide preek te laten geven over vuur, dat wat de Kassapa's eren. Boeddha vergelijkt in een verhaal het menselijk verlangen als een soort vuur dat om ons heen gloeit. Als dit vuur ons verteert ontstaan er grote rampen. In Boeddha's verhaal geeft hij dit weer met een verwend jongetje in een grote stad die een magische kalebas heeft waarmee hij iedereen kan zien met het vuur van begeerte. Zodra de jongen verteert is door het vuur, vliegt de hele stad door een ongelukje in de fik. Gaya en Nadi raken onder de indruk van Boeddha's verhaal en zij worden ook Boeddha's volgelingen.

Prins Ajatasattoe[]

In het zevende album keert Boeddha terug naar het paleis van Bimbisara. Iedereen in het paleis is verheugd Boeddha weer te zien; Tatta, Migaila, Devadatta en Yatala. Alleen prins Ajatasattoe is niet zo onder de indruk

Boeddha shot

Boeddha wordt neergeschoten door Ajatasattoe

van Boeddha. Hij prefereert Devadatta als bron van informatie. Als Ajatasattoe ontdekt dat zijn vader lessen krijgt van Boeddha om zijn angst om te sterven aan de kant te zetten, denkt hij dat Boeddha verantwoordelijk is voor het gerucht dat hij zijn vader zal vermoorden. Hij besluit Boeddha te doden. Tijdens een meditatie wordt Boeddha neergeschoten, maar Dhepa weet Boeddha net op tijd te redden. Boeddha wordt van de aanslag wel ernstig ziek en hij gaat er vele jaren ouder uitzien. Boeddha ziet in dat hij op zoek moet naar een opvolger voor zijn volgelingen, die allemaal in het park Venoevana verblijven. Boeddha stuurt Ananda er op af om iemand te zoeken met vergelijkbare krachten als Assaji had. Ananda keert terug met Moggalana, die ook in het verleden kan kijken en gedachtes kan lezen. Ananda vindt hem via zijn vriend Saripoetta die diep geroerd raakt door Ananda's omschrijving van Boeddha's leer. Wat Boeddha niet had ingezien was het gevolg van het benoemen van deze nieuwelingen als zijn opvolgers. Vooral Devadatta wordt jaloers en er ontstaan allemaal roddels over Boeddha. Ook Brahma is ontevreden over Boeddha. Hij vindt dat Boeddha meer moet rondtrekken om lijdende mensen te helpen. Boeddha besluit samen met Ananda naar Kapilavastoe te gaan om daar zijn oude landgenoten te helpen. Onderweg ontmoeten ze Vishaka die krankzinnig is geworden door drugs. Boeddha besluit haar toch mee te nemen en na een bijna dood ervaring komt Vishaka weer tot haarzelf. Onderweg ontmoeten ze Ahimsa, die een aanslag pleegt op Boeddha. Ananda begint, ten afschuw van Boeddha, te vechten en Ahimsa valt in een grot waar hij niet meer uit kan waarin niet genoeg lucht is om adem te halen. Boeddha stuurt Ananda eropuit om hulp te halen, maar hij wordt gevangen genomen door Viroedhaka. Boeddha weet Ahimsa net voor hij sterft te bekeren en hij en Vishaka worden ook aangehouden door Viroedhaka. De prins laat Boeddha zien hoe de Shakiya's worden onderdrukt en hoe Boeddha's vader wordt uitgehongerd in een cel. Boeddha laat geen blijkt van wrok merken, alleen medelijden jegens Viroedhaka. Viroedhaka laat Boeddha een preek geven voor zijn volk, om vervolgens iedereen te kunnen neerschieten, zodra Boeddha de Shakiya's stimuleert om in opstand te komen. Boeddha zegt echter alleen dat alles steeds verandert

3

Boeddha terug onder de Shakiya's

en dat de Kosalanen bang zouden moeten zijn wat voor gevolgen de onderdrukking meebrengt voor hun. Hij vertelt ook dat Viroedhaka erger lijdt dan ieder ander, voor alle misdaden die hij op zijn geweten heeft. Viroedhaka wil hier niets van weten en verbant Boeddha. Later geeft hij toe dat hij leidt en geeft Boeddha een kans hem te genezen van zijn pijn. Na een lange sessie wordt Viroedhaka overtuigd en bevrijdt Kapilavastoe. Hij nodigt Boeddha uit om een keer bij zijn vader op bedoek te gaan in Savatthi

Jetavana[]

In het achtste album ontmoet Boeddha Naradatta die stervende is en zijn hele leven onbaatzuchtig en een met de natuur geleefd. Net voor hij sterft wordt hij door hij meester Asita vergeven (die in een droom tot hem spreekt) en Naradatta krijgt even zijn zicht weer terug om Boeddha te zien voor hij zijn laatste adem uitblaast. Boeddha is diep onder de indruk van Naradatta's manier van leven en het zet hem aan het denken. Als hij sterft wil hij zich ook overgeven aan de natuur. Als Boeddha en zijn metgezellen in Savatthi aankomen, heeft Viroedhaka zich net tot koning gekroond. Zijn zoon Jeta en de rijke koopman Soedatta maken een groot paleis voor Boeddha om de Kosalanen in te onderwijzen: Jetavana. Dit maakt andere sekteleiders in Savattha jaloers. Er wordt zelfs een complot gesmeden om Boeddha van moord te beschuldigen. Viroedhaka belooft een eind te maken aan de verdenkingen om de echte dader te vinden. Deze zoekactie lijdt tot een nieuwe oorlog tussen Kosala en wrokkige Shakiya's, waaronder Tatta, die zich nog steeds op Kosala wil wreken. Dit keer ziet Boeddha in dat hij de ondergang van de Shakiya's niet kan stoppen. Hij raakt depressief door zijn teleurstelling in de mens (vooral in Tatta). Ananda troost hem door te zeggen dat hij een beter mens is geworden sinds hij volgeling is van Boeddha. Hiervan knapt Boeddha weer wat op. Tot Dhepa Boeddha op komt zoeken om hem te vragen terug naar Venoevana te gaan. Ajatasattoe heeft namelijk zijn vader opgesloten en Devadatta probeert de macht in Venoevana over te nemen. De Koning heeft hij al helemaal onder zijn duim. Boeddha ziet in dat hij op het verkeerde moment Venoevana had verlaten en hij keert terug naar Maghada. Devadatta probeert Boeddha uit de weg te ruimen, maar Boeddha weet aan hem te ontkomen. Devadatta sterft uiteindelijk door een van zijn eigen vallen en Boeddha bidt voor hem en zegt dat hij de vijand van hemzelf was. Boeddha komt Bimbisara opzoeken op de dag dat hij zou sterven. Voordat Bimbisara sterft, vraagt hij aan boeddha om vrede te stichten met Ajatasattoe. Ajatasattoe leidt sinds de dood van Devadatta aan een hersentumor. Boeddha probeert hem te helpen door middel van quantum tough. Na tien jaar is de tumor geslonken. Door een glimlach van Ajatasattoe realiseert Boeddha dat God bestaat in het lichaam van mensen. Hij is blij met dit inzicht, tot Saripoetta en Moggalana plotseling sterven. In een brief vertelt Moggalana dat Boeddha nog een decennium te leven heeft. Boeddha besluit zijn laatste jaren rond te trekken met zijn volgelingen om zoveel mogelijk mensen te onderwijzen. Onderweg wordt hij ziek en sterft omringd door zijn volgelingen. Voor hij sterft waarschuwt hij iedereen niet passief te zijn en wordt vervolgens door Brahma geleid naar de doden wereld.

Boeddha wordt 80 jaar, maar zijn leer is blijven bestaan.

Advertisement